Wat er mis is met de Porno-grafiek van De Morgen
Op Donderdag 28/0213 verscheen er in De Morgen een artikel, 'Pleidooi voor porno. Maar niet helemaal', geschreven door Sjoukje Smedts. Het is een genuanceerd artikel waarin allerlei experten hun zegje kunnen doen over het fenomeen porno. Een prima stuk dus ... Maar niet helemaal. De grafiek die erbij staat, een spindiagram, kon beter.
Ten eerste valt onmiddellijk op dat de verhoudingen niet kloppen. Het percentage Dagelijkse porno kijkers is ongeveer 10 maal kleiner dan het percentage mensen die zeggen ongeveer één keer per week naar porno te kijken. In de spindiagram lijkt de verhouding eerder de helft. Het lijkt erop dat de binnenste 7-hoek niet wordt meegeteld. Maar zelfs dan lijkt de 13.3% van 'ongeveer één keer per maand' niet te kloppen.
Maar los daarvan kan je je afvragen of zo'n spindiagram (spider of radar graph) wel de beste voorstelling is. In principe is bij een spin diagram de volgorde van de verschillende variabelen niet van belang, en dus is het ook niet fout om de diagram zo voor te stellen zoals hier het geval was. Maar, met een beetje goede wil, zou je kunnen zeggen dat de variabele "Mate van porno kijken" een ordinaal meetniveau heeft. Je zou dus de verschillende categorieën kunnen ordenen van zelden naar heel vaak. Een andere mogelijkheid is om de categorieën te ordenen van de meest voorkomende naar de minst voorkomende. In dit geval geven de twee benaderingen toevallig hetzelfde resultaat. Reden te meer om dat te doen. Persoonlijk denk ik dat een gewone staafdiagram hier uiteindelijk het duidelijkste is.
Je zou ook de zaak cumulatief kunnen voorstellen. Je kan moet dan wel eerst de percentages van hierboven herrekenen naar een totaal van 75,3%.
Persoonlijk doe ik dat liever alleen bij echte metrische variabele, al is het maar omdat nu ontbreken van een zinvol label voor de laatste categorie vreemd overkomt.
Ten eerste valt onmiddellijk op dat de verhoudingen niet kloppen. Het percentage Dagelijkse porno kijkers is ongeveer 10 maal kleiner dan het percentage mensen die zeggen ongeveer één keer per week naar porno te kijken. In de spindiagram lijkt de verhouding eerder de helft. Het lijkt erop dat de binnenste 7-hoek niet wordt meegeteld. Maar zelfs dan lijkt de 13.3% van 'ongeveer één keer per maand' niet te kloppen.
Maar los daarvan kan je je afvragen of zo'n spindiagram (spider of radar graph) wel de beste voorstelling is. In principe is bij een spin diagram de volgorde van de verschillende variabelen niet van belang, en dus is het ook niet fout om de diagram zo voor te stellen zoals hier het geval was. Maar, met een beetje goede wil, zou je kunnen zeggen dat de variabele "Mate van porno kijken" een ordinaal meetniveau heeft. Je zou dus de verschillende categorieën kunnen ordenen van zelden naar heel vaak. Een andere mogelijkheid is om de categorieën te ordenen van de meest voorkomende naar de minst voorkomende. In dit geval geven de twee benaderingen toevallig hetzelfde resultaat. Reden te meer om dat te doen. Persoonlijk denk ik dat een gewone staafdiagram hier uiteindelijk het duidelijkste is.
Je zou ook de zaak cumulatief kunnen voorstellen. Je kan moet dan wel eerst de percentages van hierboven herrekenen naar een totaal van 75,3%.
Persoonlijk doe ik dat liever alleen bij echte metrische variabele, al is het maar omdat nu ontbreken van een zinvol label voor de laatste categorie vreemd overkomt.
Mijn Sex Opname
ReplyDelete